Hoe de voorgenomen regulering van Hugo de Jonge het doel voorbijschiet.
Het is oud nieuws dat het woningtekort in Nederland te groot is. Minister Hugo de Jonge heeft de regie in handen genomen met een Nationale Woon- en Bouwagenda, waaronder meer het bouwen van betaalbare koop- en huurwoningen onderdeel van is. Het Programma Betaalbaar Wonen moet een effectieve maatregel worden met meer aanbod en het aanpakken van hoge huren in de vrije sector. Het lijkt er echter op dat het plan het doel voorbijschiet.
900.000 woningen in acht jaar tijd
Naast het uitbreiden van het woningaanbod is er aandacht voor diversiteit en betaalbaarheid. Er is een bedrag uitgetrokken van 1,75 miljard om een impuls te geven aan de woningbouw en de plannen te realiseren. Het doel is om mensen in woningen te voorzien die aansluiten bij zowel de financiële mogelijkheden als bij de wensen. Elke gemeente dient daarbij verantwoordelijkheid te nemen op het gebied van sociale huisvesting.
Gevolg: bouwinfarct
Projectontwikkelaars en bouwers zijn met handen en voeten gebonden aan allerlei regels. Indien de gemeente bij nieuwbouw verplicht dat een deel ervan in een specifiek segment vorm dient te krijgen, zoals sociale huur, valt er weinig rendement te halen. Bij nieuwbouw verdienen de partijen nu eenmaal het meeste aan vrijesectorwoningen.
Reguleren vrije sector in middenhuur segment
De betreffende groep huurders krijgt op deze wijze te maken huurderprijsbescherming. Dit betekent dat de vrijehuursector aan banden wordt gelegd. De verhuurders moeten zich dan namelijk aan het puntenstelsel houden om een huurprijs te bepalen. Dit plan zorgt ervoor dat straks 90% van de huurwoningen onderdeel uitmaakt van de gereguleerde sector. Dit heeft lagere huurprijzen tot gevolg, maar of dat een uitweg is voor de krappe woningmarkt, is nog maar de vraag.
Gevolg: woningen bouwen minder aantrekkelijk
Partijen die op dit moment woningen in het bezit hebben en deze verhuren voor een huurprijs in de vrije sector stoppen daar wellicht mee na de regulering. Deze woningen komen dan mogelijk in de verkoop nadat zittende huurders vertrekken. Degenen die het lastig hebben op de woningmarkt en moeten huren, zijn hier echter niet mee gebaat. Ook hierin schiet het extra effect dan het doel voorbij. Bovendien is het minder aantrekkelijk om nieuwbouwwoningen te bouwen, waardoor de prijs per vierkante meter door de schaarste blijft stijgen. Uiteindelijk zijn de mensen met de lagere inkomens en middeninkomens, waaronder de woningnood het hoogst is, daarmee het slechtste af.
Woningnood blijft probleem
Er zijn verder nog andere risico’s te koppelen aan het bouwen op bepaalde locaties. Indien investeringen in bereikbaarheid en leefbaarheid achterwege blijven, bestaat het risico op leegstand. Het tekort aan personeel in de bouwsector is eveneens nog een risico waarmee rekening gehouden dient te worden. Er zijn nu al ruim 7.000 mensen te weinig om per jaar 100.000 woningen te bouwen. Bovendien is het de verwachting dat het tekort aan bouwpersoneel verder oploopt naar wellicht aan aantal van 20.000. Overigens onderkent minister Hugo de Jonge dit probleem als mogelijk knelpunt om de beoogde bouwdoelstellingen te realiseren. Daarnaast is er bij gemeenten eveneens sprake van een capaciteitsgebrek om de plannen haalbaar te maken. Deze effecten zorgen eveneens voor een rem op de bouwproductie.